Asbest FAQ

Wenst u graag meer informatie rond het asbestattest, de asbestinventarisatie of sloopopvolging?
Bekijk ons overzicht met de meest gestelde vragen.  

FAQ Asbest

Een asbestdeskundige Inventarisatie (ADI) maakt een visuele inventaris van het pand. DWZ dat hij asbesthoudende toepassingen opneemt in de inventaris op basis van kennis en expertise. Echter zijn er een aantal toepassingen die de deskundige met het blote oog niet kan beoordelen op asbesthoudendheid en dient dus geanalyseerd te worden in een laboratorium. Hiervoor dient dus een materiaalmonster genomen te worden van de toepassing. Dit wordt niet gezien als destructief onderzoek, maar valt onder ‘inherente schade bijkomend bij een monsteropname’. Na de monsteropname zal de ADI elk monsteropnamepunt veilig herstellen.
Elk pand dat gebouwd is voor 2001 moet vanaf 23 November een asbestattest hebben bij verkoop. Vanaf 2032 zal er voor elk pand gebouwd voor 2001 een asbestattest opgemaakt moeten zijn. Ongeacht of er een verkoopstransactie plaatsvindt of niet. Voor de gemeenschappelijke delen van een gebouw komt de verplichting er pas op 1 Mei 2025.
Vanaf 23 November 2022 zal het verplicht zijn bij de verkoop van een woning. Vanaf 1 Mei 2025 zal er ook een verplichting komen voor de gemeenschappelijke delen van gebouwen. Voor de gemeenschappelijke delen van een gebouw komt de verplichting er pas op 1 Mei 2025.
Een asbestattest kan je enkel verkrijgen bij een Procesgecertificeerd bedrijf dat erkend is door OVAM.
Een asbestattest is standaard 10 jaar geldig. Indien er 1 of meerdere toepassingen aanwezig zijn met een hoog risico wordt de geldigheidsduur ingekort van 10 naar 5 jaar. ( hoelang is een asbestattest geldig?)
Het asbestattest geeft een globaal beeld van de asbesthoudende toepassingen die in een pand aanwezig zijn. Dit wordt dus per ruimte afzonderlijk bekeken en in kaart gebracht.
Om een asbestinventaris te verkrijgen in kader van een verkoop waarmee je wettelijk in orde dien je beroep te doen op een gecertificeerde instelling.
Momenteel is het niet verplicht een asbestattest te laten opstellen voor de verhuur van een woning. Is er in het verleden een asbestinventaris opgesteld, dan ben je als verhuurder wel verplicht om deze te overhandigen aan de huurder.
Alle panden die gebouwd zijn voor 2001 moeten vanaf 23 November een asbestattest hebben. Ook indien deze zijn gerenoveerd.
Ook voor de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw is een asbestinventaris nodig. Deze zal verplicht worden vanaf 1 Mei 2025. Indien er een medewerker in dienst is bv een poetsvrouw of conciërge, dan dient er eigenlijk al een asbestinventaris aanwezig te zijn voor.
Ook in geval van sloop is een inventaris nodig. We spreken dan over een destructieve inventaris. In tegenstelling tot een visuele inventaris worden hierbij ook verborgen of ingedekte toepassingen opgespoord zodoende er tijdens de sloop geen onverwachtte toepassingen worden aangetroffen.
De asbestdeskundige inventarisatie maakt een asbestinventaris op basis van alle asbesthoudende toepassingen die visueel of auditief waar te nemen zijn. Onderliggende toepassingen of ingedekte materialen vallen niet  onder ons inspectiegebied omdat we niet destructief tewerk gaan. Van een aantal toepassingen dient er echter wel een materiaalmonster genomen te worden. Dit valt onder schade die inherent is aan monstername en wordt niet gezien als destructief onderzoek.
In eerst instantie wordt een visueel onderzoek uitgevoerd. Echter zijn er een aantal toepassingen die monstername vereisen om te kunnen uitsluiten of iets asbesthoudend is of niet. Indien er om esthetische redenen geen monster mag genomen worden van de eigenaar dan wordt deze toepassing als zijnde asbesthouden/asbestverdacht opgenomen in de inventaris . Dit maakt het attest als het ware ‘slechter’. Kan je aan de hand van documenten met zkerheid aantonen dat iets niet asbesthoudend is, terwijl dit werl een verdachte toepassing betreft, dan worden deze documenten mee opgenomen in de inventaris. Dit maakt het attest ‘beter’.
De duur van een inspectieronde is van verschillende factoren afhankelijk. Moeten er veel materiaalmonsters worden genomen, dan duurt een bezoek een stuk langer gezien alle monstername punten oook veilig dienen hersteld te worden .Gemiddeld gezien neemt een inspectiebezoek van een asbestdeskundige ongeveer anderhalf uur tijd in beslag.
Gemiddeld genomen wordt een asbestinventaris binnen 1 a 2  weken aangeleverd. Wil de klant de inventaris binnen de 3 dagen ontvangen dan kan dit ook mits een toeslag van 30 %.
Een asbestattest is standaard 10 jaar geldig. Indien er 1 of meerdere toepassingen aanwezig zijn met een hoog risico wordt de geldigheidsduur ingekort van 10 naar 5 jaar.
De opmaak van een inventaris zal vanaf 23 November uniform zijn voor heel Vlaanderen. De inventaris wordt ingegeven in en gegenereerd worden ui het portaal van OVAM. Hierin wordt een uitspraak gedaan over de asbestveiligheid, een overzicht van de asbesthoudende toepassingen en een risicobeoordeling. Er wordt advies gegeven ivm de beheersmaatregelen en verwijdermethode en je wordt geïnformeerd over de verwijderplicht indien de toepassing en constructie onder een van de mijlpalen valt.
Als eigenaar heb je de verplichting om alle documenten die voorhanden zijn om het onderzoek te bevorderen aan te leveren. Als er kennis is van verborgen toepassingen in het pand heb je eveneens de verplichting om dit te melden aan de deskundige. Daarnaast dient er toegang verleent te worden aan alle privatieve delen van je woning teneinde belemmeringen van het onderzoek zo beperkt mogelijk te houden.
Een monstername dient enkel te gebeuren bij asbestverdachte toepassingen die de deskundige niet visueel of auditief kan uitsluiten. Dit gebeurd enkel bij toepassingen die rechtstreeks te bemonsteren zijn. Ingedekte of verborgen materialen vallen buiten  het inspectiegebied. De monstername valt onder niet destructief onderzoek en wordt gezien als schade inherent aan monstername. monstername punten worden nadien veilig, maar niet esthetisch hersteld.
Het asbestattest is ook verplicht bij schenking enkel bij erfenis of onteigening is er geen asbestattest nodig.
Alle deskundigen van A2 advies zijn gecertificeerd als Asbest Deskundige Inventarisatie. Een lijst met erkende bedrijven is terug te vinden op de website van OVAM.
Wil je een attest omdat je gaat renoveren en wilt weten welke toepassingen asbesthoudend zijn, dan dient deze inventaris niet te worden aangegeven bij OVAM en ligt de kostprijs een stuk lager. Hiervoor kan je ook steeds een offerte voor opvragen. Elke inventaris maakt een oplijsting van alle vastgestelde asbesthoudende toepassingen die zijn aangetroffen. Daaruit volgen ook opmerkingen en adviezen. Deze beschrijven welk soort toepassing het betreft, de toestand waarin het verkeerd en door welk type aannemer het dient verwijderd te worden. Dient er een toepassing verwijderd te worden, dan wordt dit ook meegegeven in de adviezen.
Eerst dient de opdracht te worden afgebakend. Dit gebeurt aan de hand  van een opdrachtformulier dat vooraf bezorgd wordt aan de klant. Hierin staan een aantal vragen over het inspectiegebied. Met deze informatie gaat de deskundige aan de slag en voert een inspectiebezoek uit. Alle gegevens worden daarna gebundeld in een rapport en worden ingegeven in het OVAM platform. Vanuit het portaal wordt een uniforme PDF gegenereerd die aan de klant of aan de opdrachtgever wordt bezorgd.
Bij verhuur is er momenteel nog geen verplichting voor een asbestattest. Indien er in het verleden een asbestinventaris is opgesteld ben je als verhuurder wel verplicht om deze te overhandigen aan de huurder.  De koper van een woning zal het attest ontvangen bij het tekenen van de compromis. Indien er geen asbest gevonden werd in het pand dan zal dit ook zo worden beschreven in de inventaris.
Een asbestattest is 100% volledig binnen het inspectiegebied waaronder een asbestattest valt. Het asbestattest van OVAM beschrijft een visuele vaststelling van asbesthoudende toepassingen. Dit wil zeggen dat ingedekte of verscholen toepassingen niet worden onderzocht omdat er niet destructief tewerk wordt gegaan. In dat opzicht geeft een visuele asbestinventaris dus geen garantie dat er geen verscholen asbesthoudende toepassingen aanwezig zijn.
Wanneer een pand geïnventariseerd wordt met als einddoel om het pand te slopen dient er destructief tewerk worden gegaan. Dit wil zeggen dat ingedekte of onderliggende toepassingen worden opgespoord. In tegenstelling tot een visuele inventaris. Hierbij worden enkel direct visueel of auditief waarneembare toepassingen opgenomen. Materialen die asbestverdacht zijn en rechtstreeks kunnen worden bereikt dienen wel te worden geanalyseerd. Van deze materialen wordt dan een materiaalmonster genomen en opgestuurd naar het labo. Deze monstername brengt geen schade aan die het verdere normaal gebruik van de constructie zouden aantasten.

FAQ Asbestattest gemeenschappelijke delen

Vanaf 1 Mei 2025 ben je als gebouweigenaar verplicht in het bezit te zijn van een asbestattest van de gemeenschappelijke delen. Dit attest dient aanwezig te zijn wanneer een bewoner van het gebouw zijn of haar (privatief) appartement wenst te verkopen. Wanneer een van beide attesten (privatief of gemeenschappelijk) niet aanwezig zijn kan de verkooptransactie niet doorgaan.

Als beheerder van het gebouw heb je de plicht om alle documenten die voorhanden zijn aan te leveren die er toe bijdragen om een zo compleet mogelijk asbestattest op te stellen.

– Grondplannen van het gebouw
– Aantal afzonderlijke (technische) ruimtes
– Aantal bouwlagen
– Aantal traphallen
– Reeds aanwezige asbestinventarissen

Dit zijn documenten die bepalend zijn voor het opmaken van een correct asbestattest conform de reguliere verplichtingen.

Volgens de CODEX welzijn op het werk, is de asbestinventaris een verplicht document dat reeds sinds 2006 aanwezig dient te zijn. Deze inventaris dient steeds ter beschikking gesteld te worden van het personeel dat werken uitvoert in of aan het gebouw.

Een conciërge of externe technieker die onderhoudswerken uitvoert kan dit document ten allen tijde opvragen om er zeker van te zijn dat zij geen risico’s lopen bij het uitvoeren van hun taken.

Dit document kan gebruikt worden als leidraad voor de opmaak van een asbestattest maar is niet bruikbaar in het kader van een overdracht.

Dit komt omdat het inspectieprotocol van een asbestinventaris (CODEX) en een asbestattest afwijkend zijn van elkaar.

Bij A2 advies streven we ernaar om ons prijsmodel zo transparant mogelijk te maken.

Monsternames van asbestverdachte toepassingen waarvan we visueel de asbesthoudendheid niet
kunnen vaststellen zijn steeds inbegrepen in onze prijs. Dit met uitzondering van de monstername van
het pleisterwerk.

De monsternames van het pleisterwerk in de kelder en het gelijkvloers zijn wel inbegrepen in de
basisprijs.

Veel mensen maken zich zorgen over de manier waarop een monstername gebeurd van het
pleisterwerk. Wij doen dit aan de hand van een holpijp die ongeveer een diameter heeft ter grootte
van een muntstuk van €0.1.

De monstername gebeurd steeds op een zo discreet mogelijke plaats in overleg met de syndicus of
andere aanwezige partij. Er mag namelijk niet op zomaar elke plaats een monstername gebeuren. De
deskundige weet waar het kan en waar niet.

Neen, dit is niet toegelaten. Monsternames dienen steeds te gebeuren op plaatsen die een goede
referentie geven van het algemene pleisterwerk.

Dit wil zeggen dat plaatsen waar mogelijk nadien nog afwerkingen werden uitgevoerd (zoals bv. aan
een stopcontact of schakelaar) het pleisterwerk vermoedelijk nog werd bijgewerkt met een ander
materiaal dan het algemene toegepaste pleisterwerk.

Een monstername van het pleisterwerk is niet verplicht. Wel is het zo dat wanneer er geen
monstername (of niet conforme monstername) wordt uitgevoerd het pleisterwerk als asbesthoudend
wordt opgenomen in het attest.

De kelder is een gemeenschappelijke ruimte. Echter kunnen er in de kelder ook afzonderlijke
privatieve ruimtes aanwezig zijn. Denk hierbij aan kleine privatieve opslagruimtes of stookruimtes.
Deze privatieve ruimte zal mee worden opgenomen in het asbestattest van de privatieve
wooneenheid en wordt dus niet mee opgenomen in het asbestattest van de gemeenschappelijke
delen.

De prijs wordt opgebouwd op basis van de omvang van het pand en wordt gevormd door.

Basisprijsdeze bedraagt €585 (in deze prijs zijn de kelder en gelijkvloers inbegrepen)
Asbestverdachte toepassingenalle asbestverdachte toepassingen waarvan de asbesthoudendheid niet visueel kan worden vastgesteld zijn inbegrepen in deze prijs muv het pleisterwerk.

De monsternames van het pleisterwerk in:

Gang per bouwlaag1 mengmonster van de wanden

De Traphal1 monstername per verdiep van de wand en onderzijde van de trap (indien van toepassing)
 1 mengmonster van het plafond

In dergelijke gevallen wordt er gekeken naar de kadastrale legger.

Wanneer de gebouwen hetzelfde kadastrale nummer dragen dan kunnen de gemeenschappelijke
delen van de afzonderlijke gebouwen ondergebracht worden in hetzelfde asbestattest.Wanneer er
verschillende gebouwen aanwezig zijn die toch een afzonderlijk kadastraal nummer hebben maar wel
aangrenzend zijn dan dient hiervoor slechts 1 attest voor te worden opgemaakt.

Bij niet – aangrenzende percelen dient er een afzonderlijk attest te worden opgemaakt.

Garagestaanplaatsen worden afhankelijk van de eigenaar mee opgenomen in het asbestattest van de
gemeenschappelijke delen of van de privatieven. Afhankelijk van de verkoopstransactie

Een garagestaanplaats dat mee verkocht wordt met een appartement zal mee worden opgenomen in
de privatieven.
Echter maakt een garagestaanplaats ook deel uit van de gemeenschappelijke delen en kan dit dus
ook mee opgenomen worden in het asbestattest van de GD.
De garagestaanplaats kan dus in beide attesten opgenomen worden, afhankelijk van de
verkoopstransactie.

In het geval dat er een afzonderlijke VME bestaat voor een garagecomplex wordt hiervoor 1
asbestattest opgemaakt.

Het asbestattest is standaard 10 jaar geldig. Ook wanneer er geen asbesthoudende toepassingen
worden aangetroffen tijdens de inspectie is een vernieuwing verplicht na het verlopen van de
geldigheidsduur.

De geldigheidsduur wordt ingekort van 10 naar 5 jaar wanneer er 1 of meerdere ‘hoog
risicotoepassingen’ aanwezig zijn. Deze toepassingen vallen onder de eerste gestelde mijlpaal en
dienen verwijderd te worden voor 2034.

De vooropgestelde mijlpalen kan je hier raadplegen.

Sommige gemeenschappelijke ruimtes kunnen enkel betreden worden via een privatief deel van het
gebouw. De eigenaar van het privatieve deel heeft steeds de mogelijkheid de toegang te weiger.
Indien dit gebeurd wordt er een beperkingsfiche opgemaakt van lange termijn. Het attest kan op deze
manier volledig conform worden afgewerkt.

Wel wordt er duidelijk vermeld dat het betreffende gebouwdeel niet werd geïnspecteerd. Voor de
toepassingen die niet konden worden opgenomen in het attest zal een adviesfiche worden
opgemaakt.

Hierin wordt melding gemaakt van het niet inspecteren van de mogelijks aanwezige toepassingen en
het bijkomend onderzoek dat vereist is wanneer deze toepassingen wordt gemanipuleerd bij
toekomstige werken.

Ja. De datum in het kadaster is steeds doorslaggevend. Wanneer het pand werd ingeschreven in het
kadaster voor 2001 is er een asbestattest nodig.

Het gebeurd niet vaak maar panden die ingeschreven zijn in het kadaster voor 2001 maar toch pas
later werden gebouwd dienen dus ook een asbestattest te hebben.

De duurtijd van een inspectie is sterk afhankelijk van de grootte van het gebouw. Rekening houdende
met het aantal monsternames en de aan of afwezigheid van pleisterwerk kan de inspectie van een
aantal uur tot een dag tijd in beslag nemen.

Het opdrachtenformulier is een door OVAM verplicht in te vullen document. Dit dient te worden
ingevuld door de Syndicus of de eigenaar van het gebouw.

Het document is een bewijs van goedkeuring ter betreding en inspectie van het pand door een derde
partij. Hierin wordt het inspectiegebied afgebakend, het type onderzoek bepaald en info over het
pand verzameld.

Het is dus belangrijk dat dit document wordt aangeleverd vóór het uitvoeren van de inspectie.

Het asbestattest voorziet in een overzicht van alle monsternames die werden uitgevoerd van het
pleisterwerk en eventueel andere asbestverdacht toepassingen die de deskundige niet visueel kon
uitsluiten op basis van zijn of haar expertise. Deze monsternames worden aangeduid op een
uitgetekende plattegrond.

Tevens worden er adviezen gegeven mbt het beheren en eventueel verwijderen van asbesthoudende
toepassingen indien deze aanwezig zouden zijn.

Deze adviezen bestaan uit een aantal zaken.
– De risicograad van het materiaal
– Of en wanneer deze toepassing dient verwijderd te worden
– Hoe een toepassing dient verwijderd te worden
– Welk type aannemer in aanmerking komt om de verwijdering te realiseren
– Beheersmaatregelen
– De toestand van de toepassing
– De mijlpaal waaronder de toepassing valt (wanneer dient de toepassing verwijderd te
worden)

In principe dient er niemand aanwezig te zijn gedurende de inspectie. Wel is het aangeraden dat er
iemand ter plaatse is die kennis heeft van het gebouw om toegang te verlenen aan de deskundige.
Daarnaast biedt het ook de mogelijkheid om alle afzonderlijke ruimtes samen te bekijken zodoende
deze zeker allemaal mee worden opgenomen in het attest.

Eens rondgeleid in het gebouw zal de deskundige starten aan de inventarisatie en zal hierbij de
nodige monsternames uitvoeren. Om het risico op blootstelling aan derden te vermijden mag er

niemand aanwezig zijn tijdens de monsternames of dient zich minstens op een veilige afstand te
bevinden.

Welke perimeter er dient te worden gehanteerd is in te schatten door de deskundige ter plaatse.

Per bouwlaag dienen er monsternames te gebeuren van het pleisterwerk.

Wanneer er afzonderlijke ruimtes zijn binnen eenzelfde bouwlaag dan mag deze monstername mee opgenomen worden in het pleisterwerk van de rest van de gebouwdelen binnen deze bouwlaag.

Dit mag enkel wanneer het pleisterwerk dezelfde visuele kenmerken heeft dan de rest van het pleisterwerk binnen dezelfde bouwlaag.

Is het pleisterwerk op basis van visuele kenmerken verschillend van de rest dan is de monstername niet representatief voor dit gebouwdeel en dient er een afzonderlijke monstername te gebeuren voor deze ruimte.

Asbestinventaris nodig?

Vraag vrijblijvend advies aan één van onze experten.