Asbest FAQ
Wenst u graag meer informatie rond het asbestattest, de asbestinventarisatie of sloopopvolging?
Bekijk ons overzicht met de meest gestelde vragen.
FAQ Asbest
FAQ Asbestattest gemeenschappelijke delen
Vanaf 1 Mei 2025 ben je als gebouweigenaar verplicht in het bezit te zijn van een asbestattest van de gemeenschappelijke delen. Dit attest dient aanwezig te zijn wanneer een bewoner van het gebouw zijn of haar (privatief) appartement wenst te verkopen. Wanneer een van beide attesten (privatief of gemeenschappelijk) niet aanwezig zijn kan de verkooptransactie niet doorgaan.
Als beheerder van het gebouw heb je de plicht om alle documenten die voorhanden zijn aan te leveren die er toe bijdragen om een zo compleet mogelijk asbestattest op te stellen.
– Grondplannen van het gebouw
– Aantal afzonderlijke (technische) ruimtes
– Aantal bouwlagen
– Aantal traphallen
– Reeds aanwezige asbestinventarissen
Dit zijn documenten die bepalend zijn voor het opmaken van een correct asbestattest conform de reguliere verplichtingen.
Volgens de CODEX welzijn op het werk, is de asbestinventaris een verplicht document dat reeds sinds 2006 aanwezig dient te zijn. Deze inventaris dient steeds ter beschikking gesteld te worden van het personeel dat werken uitvoert in of aan het gebouw.
Een conciërge of externe technieker die onderhoudswerken uitvoert kan dit document ten allen tijde opvragen om er zeker van te zijn dat zij geen risico’s lopen bij het uitvoeren van hun taken.
Dit document kan gebruikt worden als leidraad voor de opmaak van een asbestattest maar is niet bruikbaar in het kader van een overdracht.
Dit komt omdat het inspectieprotocol van een asbestinventaris (CODEX) en een asbestattest afwijkend zijn van elkaar.
Bij A2 advies streven we ernaar om ons prijsmodel zo transparant mogelijk te maken.
Monsternames van asbestverdachte toepassingen waarvan we visueel de asbesthoudendheid niet
kunnen vaststellen zijn steeds inbegrepen in onze prijs. Dit met uitzondering van de monstername van
het pleisterwerk.
De monsternames van het pleisterwerk in de kelder en het gelijkvloers zijn wel inbegrepen in de
basisprijs.
Veel mensen maken zich zorgen over de manier waarop een monstername gebeurd van het
pleisterwerk. Wij doen dit aan de hand van een holpijp die ongeveer een diameter heeft ter grootte
van een muntstuk van €0.1.
De monstername gebeurd steeds op een zo discreet mogelijke plaats in overleg met de syndicus of
andere aanwezige partij. Er mag namelijk niet op zomaar elke plaats een monstername gebeuren. De
deskundige weet waar het kan en waar niet.
Neen, dit is niet toegelaten. Monsternames dienen steeds te gebeuren op plaatsen die een goede
referentie geven van het algemene pleisterwerk.
Dit wil zeggen dat plaatsen waar mogelijk nadien nog afwerkingen werden uitgevoerd (zoals bv. aan
een stopcontact of schakelaar) het pleisterwerk vermoedelijk nog werd bijgewerkt met een ander
materiaal dan het algemene toegepaste pleisterwerk.
Een monstername van het pleisterwerk is niet verplicht. Wel is het zo dat wanneer er geen
monstername (of niet conforme monstername) wordt uitgevoerd het pleisterwerk als asbesthoudend
wordt opgenomen in het attest.
De kelder is een gemeenschappelijke ruimte. Echter kunnen er in de kelder ook afzonderlijke
privatieve ruimtes aanwezig zijn. Denk hierbij aan kleine privatieve opslagruimtes of stookruimtes.
Deze privatieve ruimte zal mee worden opgenomen in het asbestattest van de privatieve
wooneenheid en wordt dus niet mee opgenomen in het asbestattest van de gemeenschappelijke
delen.
De prijs wordt opgebouwd op basis van de omvang van het pand en wordt gevormd door.
Basisprijs | deze bedraagt €585 (in deze prijs zijn de kelder en gelijkvloers inbegrepen) |
Asbestverdachte toepassingen | alle asbestverdachte toepassingen waarvan de asbesthoudendheid niet visueel kan worden vastgesteld zijn inbegrepen in deze prijs muv het pleisterwerk. |
De monsternames van het pleisterwerk in:
Gang per bouwlaag1 mengmonster van de wanden
De Traphal | 1 monstername per verdiep van de wand en onderzijde van de trap (indien van toepassing) |
1 mengmonster van het plafond |
In dergelijke gevallen wordt er gekeken naar de kadastrale legger.
Wanneer de gebouwen hetzelfde kadastrale nummer dragen dan kunnen de gemeenschappelijke
delen van de afzonderlijke gebouwen ondergebracht worden in hetzelfde asbestattest.Wanneer er
verschillende gebouwen aanwezig zijn die toch een afzonderlijk kadastraal nummer hebben maar wel
aangrenzend zijn dan dient hiervoor slechts 1 attest voor te worden opgemaakt.
Bij niet – aangrenzende percelen dient er een afzonderlijk attest te worden opgemaakt.
Garagestaanplaatsen worden afhankelijk van de eigenaar mee opgenomen in het asbestattest van de
gemeenschappelijke delen of van de privatieven. Afhankelijk van de verkoopstransactie
Een garagestaanplaats dat mee verkocht wordt met een appartement zal mee worden opgenomen in
de privatieven.
Echter maakt een garagestaanplaats ook deel uit van de gemeenschappelijke delen en kan dit dus
ook mee opgenomen worden in het asbestattest van de GD.
De garagestaanplaats kan dus in beide attesten opgenomen worden, afhankelijk van de
verkoopstransactie.
In het geval dat er een afzonderlijke VME bestaat voor een garagecomplex wordt hiervoor 1
asbestattest opgemaakt.
Het asbestattest is standaard 10 jaar geldig. Ook wanneer er geen asbesthoudende toepassingen
worden aangetroffen tijdens de inspectie is een vernieuwing verplicht na het verlopen van de
geldigheidsduur.
De geldigheidsduur wordt ingekort van 10 naar 5 jaar wanneer er 1 of meerdere ‘hoog
risicotoepassingen’ aanwezig zijn. Deze toepassingen vallen onder de eerste gestelde mijlpaal en
dienen verwijderd te worden voor 2034.
De vooropgestelde mijlpalen kan je hier raadplegen.
Sommige gemeenschappelijke ruimtes kunnen enkel betreden worden via een privatief deel van het
gebouw. De eigenaar van het privatieve deel heeft steeds de mogelijkheid de toegang te weiger.
Indien dit gebeurd wordt er een beperkingsfiche opgemaakt van lange termijn. Het attest kan op deze
manier volledig conform worden afgewerkt.
Wel wordt er duidelijk vermeld dat het betreffende gebouwdeel niet werd geïnspecteerd. Voor de
toepassingen die niet konden worden opgenomen in het attest zal een adviesfiche worden
opgemaakt.
Hierin wordt melding gemaakt van het niet inspecteren van de mogelijks aanwezige toepassingen en
het bijkomend onderzoek dat vereist is wanneer deze toepassingen wordt gemanipuleerd bij
toekomstige werken.
Ja. De datum in het kadaster is steeds doorslaggevend. Wanneer het pand werd ingeschreven in het
kadaster voor 2001 is er een asbestattest nodig.
Het gebeurd niet vaak maar panden die ingeschreven zijn in het kadaster voor 2001 maar toch pas
later werden gebouwd dienen dus ook een asbestattest te hebben.
De duurtijd van een inspectie is sterk afhankelijk van de grootte van het gebouw. Rekening houdende
met het aantal monsternames en de aan of afwezigheid van pleisterwerk kan de inspectie van een
aantal uur tot een dag tijd in beslag nemen.
Het opdrachtenformulier is een door OVAM verplicht in te vullen document. Dit dient te worden
ingevuld door de Syndicus of de eigenaar van het gebouw.
Het document is een bewijs van goedkeuring ter betreding en inspectie van het pand door een derde
partij. Hierin wordt het inspectiegebied afgebakend, het type onderzoek bepaald en info over het
pand verzameld.
Het is dus belangrijk dat dit document wordt aangeleverd vóór het uitvoeren van de inspectie.
Het asbestattest voorziet in een overzicht van alle monsternames die werden uitgevoerd van het
pleisterwerk en eventueel andere asbestverdacht toepassingen die de deskundige niet visueel kon
uitsluiten op basis van zijn of haar expertise. Deze monsternames worden aangeduid op een
uitgetekende plattegrond.
Tevens worden er adviezen gegeven mbt het beheren en eventueel verwijderen van asbesthoudende
toepassingen indien deze aanwezig zouden zijn.
Deze adviezen bestaan uit een aantal zaken.
– De risicograad van het materiaal
– Of en wanneer deze toepassing dient verwijderd te worden
– Hoe een toepassing dient verwijderd te worden
– Welk type aannemer in aanmerking komt om de verwijdering te realiseren
– Beheersmaatregelen
– De toestand van de toepassing
– De mijlpaal waaronder de toepassing valt (wanneer dient de toepassing verwijderd te
worden)
In principe dient er niemand aanwezig te zijn gedurende de inspectie. Wel is het aangeraden dat er
iemand ter plaatse is die kennis heeft van het gebouw om toegang te verlenen aan de deskundige.
Daarnaast biedt het ook de mogelijkheid om alle afzonderlijke ruimtes samen te bekijken zodoende
deze zeker allemaal mee worden opgenomen in het attest.
Eens rondgeleid in het gebouw zal de deskundige starten aan de inventarisatie en zal hierbij de
nodige monsternames uitvoeren. Om het risico op blootstelling aan derden te vermijden mag er
niemand aanwezig zijn tijdens de monsternames of dient zich minstens op een veilige afstand te
bevinden.
Welke perimeter er dient te worden gehanteerd is in te schatten door de deskundige ter plaatse.
Per bouwlaag dienen er monsternames te gebeuren van het pleisterwerk.
Wanneer er afzonderlijke ruimtes zijn binnen eenzelfde bouwlaag dan mag deze monstername mee opgenomen worden in het pleisterwerk van de rest van de gebouwdelen binnen deze bouwlaag.
Dit mag enkel wanneer het pleisterwerk dezelfde visuele kenmerken heeft dan de rest van het pleisterwerk binnen dezelfde bouwlaag.
Is het pleisterwerk op basis van visuele kenmerken verschillend van de rest dan is de monstername niet representatief voor dit gebouwdeel en dient er een afzonderlijke monstername te gebeuren voor deze ruimte.
Asbestinventaris nodig?
Vraag vrijblijvend advies aan één van onze experten.
of bel +32 (0)3 375 09 93